Ons brein verslaafd aan verliefdheid
januari 25, 2022 Door Mirella Brok 0

Je brein verslaafd aan verliefdheid

Om te overleven voelen mensen angst, wantrouwen en achterdocht. Deze gevoelens laten ons weten dat er gevaar dreigt. De amygdala in de hersenen zorgt ervoor dat we vluchten of vechten. Toch zijn er mensen die tegen deze natuurwetten in, een gevaarlijke relatie aangaan. Hoe werkt dat? Ik beantwoord die vraag door te schrijven over de fysiologische en de mentale processen van verliefdheid.

Verliefde hersenen zijn anders dan liefdeshersenen 

Het is lastig om nuchter te denken met verdoofde hersenen. Verliefde hersenen lijken op hersenen onder invloed van cocaïne. De hersengebieden, die zorgen voor een geluksgevoel, lichten op. Hersengebieden verbonden met slechte stemmingen worden uitgeschakeld (Bartels en Zeki in Kast, 2006). Het lichaam vertoont ook biochemische gelijkenissen met dwangneuroses (daling van serotonine in het bloed) (Marazziti in Kast, 2006).

Verslaafd aan verliefdheid; een shot liefde

Onze hersenen belonen verliefdheid met hormonen (Precht, 2010 en Kast, 2006). Wanneer men het ‘shot’ liefde niet meer krijgt, kan een afgewezen verliefde lijden onder de afwijzing, zoals een drugsverslaafde lijdt (Roberts & Padgett-Yawn, 1998).

De verliefde wil zijn ‘shot’ liefde hebben en raakt daarvan in een overlevingsmechanisme. De belangrijkste gedachten van een verliefde “hoe arrangeer ik een nieuwe ontmoeting met mijn lief” geeft een nieuw ‘shot’. Eenmaal verslaafd wil men de negatieve effecten van stoppen met de liefde – ook wel ‘eenzaamheid’ genoemd – vermijden.

Fijne en minder fijne kanten van verliefdheid

Verliefde mensen voelen zich levenslustig omdat zij zich snel ontwikkelen. Door met hun partner te praten en een deel van elkaar te worden, ontplooien zij zichzelf op speelse wijze (Aron in Kast, 2006). Bij verliefd worden hoort het zien van mogelijkheden, heftigere motieven, verlangens en begeerte. De verliefdheid is op z’n heftigst wanneer deze wederzijds is (Vingerhoets & Van Tilburg, 2005).

Ons brein verslaafd aan liefde

Verliefdheid heeft iets weg van een psychiatrische stoornis, aangezien het de normale waarneming- en besluitvormingvermogen aantast (Vingerhoets & Van Tilburg, 2005 en Precht, 2010). Vroeger behandelde artsen een heftige verliefdheid als obsessieve stoornis. Obsessie is een angst waarbij men steeds bezig is met dezelfde gevoelens en gedachten. In dit geval onze geliefde.

Een obsessie zegt meer over de geestestoestand van de geobsedeerde dan de waarde van de relatie (Vingerhoets & Van Tilburg, 2005). Of de relatie goed voor ons is, lijkt dus ondergeschikt belang. Een relatie die begint met obsessie, is eenzijdig en onrealistisch (Roberts & Padgett-Yawn, 1998).

Een zekere mate van obsessie is goed, omdat het een aanzet is tot romantische liefde. Het zorgt voor een introductieperiode waarin we de ander willen leren kennen om goed te kunnen bepalen of we een relatie aan willen gaan (Vingerhoets & Van Tilburg, 2005).

Opwinding, positief of negatief, maakt adrenaline aan. Hierdoor voelen wij ons levendig. Het biedt op de korte termijn een geweldige ontsnappingsmogelijkheid. Deze beloning werkt verslavend. Liefde lijkt wel verslavend. Er zijn drie soorten liefdesverslaafden (Vingerhoets & Van Tilburg, 2005).

Er zijn drie soorten types verslaafd aan verliefdheid

Nemers van liefde

Allereerst zijn er de ‘Nemers’. Zij geven geen liefde en zijn niet geïnteresseerd in de persoon die hen liefde geeft. Het gaat hen om het ontvangen van affectie, genegenheid, bevestiging.

Relatiehoppers

Dan zijn er de ‘Relatiehoppers’. Het gaat hen om de kick van de verliefdheid. Het patroon van relatiehoppers wordt mooi in kaart gebracht in “Liefdesbang“.

Gevers van liefde

Als laatste zijn er de ‘Gevers’. Zij willen anderen veel liefde geven, ook al is de relatie slecht. In plaats dat de slechte relatie een reden is om weg te gaan, is dit een reden om te blijven. ‘Als ik nog meer mijn best doe, zal het anders zijn’. Over hen gaat de rest van het artikel.

Psychologische verklaringen voor liefdesverslaafde ‘Gevers’

Verliefd zijn is niet alleen iets van de hersenen. Het is ook een psychologisch proces waarbij we een ander willen zien in het licht van onze verlangens. Desnoods vervormen we de ander (Vansteenwegen, 1992 & 2009).

Volgens Norwood (2006) komen veel ‘Gevers’ uit een gezin dat problemen ontkent. Er wordt niet voorzien in de emotionele behoeften van het kind. De ‘Gever’ leert eigen waarnemingen en gevoelens te ontkennen. Het patroon van liefhebben van emotioneel niet beschikbare geliefden en deze pijn als liefde te zien herhaalt zich bij partners. Kinderen (ook volwassen kinderen) zijn loyaal naar hun ouders toe. Vanuit deze loyaliteit ontstaan soms patronen die we lastig loslaten (Michielsen e.d. 2010). Een bevestiging van het patroon lijkt belangrijker dan een daadwerkelijk goede relatie.

Nog meer bevestiging

Naast bevestiging in ons patroon is bevestiging in ons zelfbeeld belangrijk. Soms houden we van iemand, omdat die persoon ons bevestigt in ons zelfbeeld (Sternberg, 1998). Een negatief gevoel, voortkomend uit de relatie, kan passen bij een negatief zelfbeeld (Precht, 2010). Dit is bij veel ‘Gevers’ het geval.

‘Gevers’ zijn ook veel meer bezig met wat anderen van hen vinden dan dat zij zich afvragen; wat vind ik eigenlijk van een ander? Uiteindelijk wordt de ander en diens gedrag/emoties de barometer van de emoties van de ‘Gever’. Dit en gebrek aan sociale steun, zorgt er voor dat de ‘Gever’ geïsoleerd raakt (Norwood, 2006).

In staat zijn tot een gezonde liefde vraagt dus om een gezond zelfbeeld en bewustwording van het einde van zichzelf en het begin van de ander. De liefde van een rijp persoon is minder chaotisch, dramatisch, onzeker, verslavend en meer vriendschappelijk en betrokken. ‘Gevers’ zijn emotioneel onvolwassen. Zij worden vaak sneller, heftiger en vaker verliefd. (Roberts & Padgett-Yawn, 1998).

Gedachten uitdagingen van mensen die teveel geven in de liefde

‘Gevers’ kampen met een aantal gedachten die zij lastig kunnen omdenken. Allereerst meten ze de mate van hun liefde af aan de mate van de kwellingen. Het is dan ook eigenlijk te gek voor woorden dat iemand niet van je houdt, terwijl je jezelf zo moedig en onbaatzuchtig opoffert, de partner MOET wel van de ‘Gever’ houden, toch? (Norwood, 2006)

Externe en interne attributie is de volgende gedachte die zich lastig laat uitdagen. De ‘Gevers’ draaien de attributie precies om. Slecht gedrag van de ander leggen zij uit aan de hand van externe factoren en eigen slecht gedrag aan de hand van interne factoren. (Norwood, 2006). Dit is een gedachte die niet-liefdesverslaafden niet hebben of omdenken (Vonk, 2007).

De laatste gedachte zit in het investeren. Geen enkele relatie kan altijd slecht zijn. Net wanneer de ‘Gever’ genoeg heeft van alle drama en wil vertrekken, dan beloont de partner het gedrag van de ‘Gever’. Weggaan is dan natuurlijk zonde, na alles dat geïnvesteerd is. Hoe minder frequent beloning en straf, hoe beter we leren (Rombouts, 1992). En de ‘Gever’ leert dat investeren iets opleverde. Dus gaat zij verder met nog beter haar/zijn best doen.

Het verslaafde liefdesbrein

Weer terug naar onze hersenen. De hersenen (vooral van mannen) kunnen de emoties, die voortkomen uit de situatie, toekennen aan een persoon. Deze kromme attributies van ons gevoel wordt verklaard door de Two factor theory of emotion. Al onze gevoelens hebben een lichamelijke prikkel met een daarbij horende of misplaatste interpretatie. Angst bevordert verliefdheid. Mits je de persoon al aardig vindt voordat je angstig werd, anders werkt het averechts (Dutton en Aron in Vingerhoets & Van Tilburg, 2005, en Vonk, 2007 en Vansteenwegen, 1992 en Precht, 2010).

Verslaafd aan de wens om angst te voorkomen

Samenvattend lijkt het dus juist de angst te zijn die liefdesverslaafde ‘Gevers’ in een ongezonde relaties houdt. Alsof de amygdala de ‘Gevers’ waarschuwt en hen laat vechten. Vechten om loyaal te blijven aan hun ouderlijk gezin (contextuele psychologie) en hun zelfbeeld (ontwikkelpsychologie). Vechten voor hun beloning (leerpsychologie) en hun gelijk (cognitieve psychologie). Vechtend op een cocktail van hormonen en opwinding (verslavingpsychologie).

Een mens die angst niet goed kan verdragen of reguleren maakt soms vreemde sprongen.

Bronnen “Je brein verslaafd aan verliefdheid”

Bel, S. de (2011) Het relatieparadijs voor singles, vrijheidsstrijders en tortelduifjes. Utrecht: Saskia de Bel en Kosmos Uitgevers B.V.

Cuppens, H. (2018) Liefdesbang. Utrecht: Uitgeverij AnkhHermes

Dowrick, S. (2001) Single; Intimiteit & Alleen zijn. Amsterdam/Antwerpen: Uitgeverij Contact.

Kast, B. (2006) De liefde. En waar de hartstocht vandaan komt. Amsterdam: Uitgeverij Wereldbibliotheek

Michielsen, M., Mulligen. W. van, Hermkens, L. (2010). Leren over leven in loycaliteit. Over contextuele hulpverlening. Leuven: Uitgeverij Acco.

Norwood, R. (2006) Als hij maar gelukkig is – Vrouwen die te veel in de liefde investeren. Amsterdam: Anthos

Precht, R.D. (2010) Liefde voor gevorderden. Schiedam: Scriptum, Lannoo.

Roberts, A., Padgett-Yawn, B. (1998) Liefde en seksualiteit. Keulen: Könemann Verlagsgesellschaft mbH

Rombouts, H. (1992) Echt verliefd – Analyse van een emotie. Amsterdam: Boom

Sternberg, R.J. (1998) Cupid’s Arrow – the course of love through time. Cambridge: Cambridge university press.

Vansteenwegen, A. (2009) Vreemdgaan met je partner. Tielt: Uitgeverij Lannoo

Vansteenwegen, A. (1992) De ongedroomde eenheid – Liefde na verschil. Tielt: Uitgeverij Lannoo

Vingerhoets, A., Tilburg, M. van (2005) De ondragelijke lichtheid van de liefde. Antwerpen: Standaard Uitgeverij NV

Vonk, R. (2007) Sociale psychologie. Groningen/Houten: Wolters-Noordhoff bv